Aanwijzen als eindheffingsloon
Om vergoedingen, verstrekkingen en terbeschikkingstellingen als eindheffingsloon te kunnen aanwijzen, mogen die vergoedingen, verstrekkingen en terbeschikkingstellingen niet meer dan 30 procent afwijken van wat in vergelijkbare omstandigheden gebruikelijk is (de gebruikelijkheidstoets).
Gebruikelijk of niet?
Het moet dus gebruikelijk zijn dat de werknemer vergoedingen, verstrekkingen of terbeschikkingstellingen van een bepaalde omvang als eindheffingsloon krijgt en de werkgever dus de loonbelasting/premie volksverzekeringen via de eindheffing voor zijn rekening neemt.
Vergelijkbare omstandigheden kunnen zijn:
-Andere werknemers van dezelfde werkgever;
-Collega’s van de werknemer in dezelfde functiecategorie;
-Werknemers van andere werkgevers.
€ 2.400 per werknemer per jaar
Vergoedingen, verstrekkingen of terbeschikkingstellingen van maximaal € 2.400 per werknemer per jaar beschouwt de Belastingdienst als gebruikelijk. De afwijking van 30 procent geldt niet voor dit bedrag.
Het bedrag van € 2.400 geldt in alle redelijkheid. Dit bedrag geldt bijvoorbeeld niet als het loon van de werknemer lager is dan de bedragen waar hij recht op heeft volgens de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag, of als stagiair.
Gebruikelijkheidstoets
Bij de gebruikelijkheidstoets kijk je in elk geval naar:
1. de soort vergoedingen, verstrekkingen en terbeschikkingstellingen en de waarde ervan;
2. de hoogte van de vergoedingen, verstrekkingen en terbeschikkingstellingen;
3. wie de vergoedingen, verstrekkingen en terbeschikkingstellingen krijgen;
4. de vraag of tariefsvoordeel een doorslaggevende rol speelt bij de aanwijzing als eindheffingsloon.
De gebruikelijkheidstoets is voor bijzondere situaties. Als je twijfelt, doe je het volgende:
– Je beoordeelt de aanwijzing als eindheffingsloon van elke vergoeding, verstrekking of terbeschikkingstelling op gebruikelijkheid. Let bij de toets in ieder geval op de bovenstaande vier punten;
– Je beoordeelt in de loop van het kalenderjaar het totaal van alle vergoedingen, verstrekkingen en terbeschikkingstellingen. Als dit totaal meer dan 30 procent ongebruikelijk is, is het bedrag boven de 30%-grens loon van de werknemer. Dat kan dus ook al bij de eerste vergoeding, verstrekking of terbeschikkingstelling het geval zijn.
Als de Belastingdienst vindt dat de aanwijzing als eindheffingsloon van de vergoedingen, verstrekkingen en terbeschikkingstellingen ongebruikelijk is, moet de Belastingdienst dat aantonen. Je kunt dan toelichten waarom de aanwijzing als eindheffingsloon toch gebruikelijk is.
Voorbeeld
Je geeft een aantal werknemers elk jaar een belaste bonus van € 6.000. Deze werknemers krijgen dan netto ieder ongeveer € 3.000. Dit jaar geef je dezelfde werknemers dezelfde bonus, maar dan als eindheffingsloon. Iedere werknemer krijgt dan netto € 6.000.
Het aanwijzen van de bonus als eindheffingsloon is mogelijk, indien dit gebruikelijk is. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn als het in de cao is aangewezen als eindheffingsloon, of het in de branche gebruikelijk is om voor een bepaalde functiegroep een dergelijke bonus als eindheffingsloon aan te wijzen.
Meer informatie in paragraaf 4.2 Loon onder het kopje ‘Gebruikelijkheidstoets’ in het Handboek Loonheffingen 2021.
Bron: www.salarisvanmorgen.nl